Toegang tot kennis, een leven lang leren en vrij verkeer van informatie zijn van vitaal belang voor de ontwikkeling van mensen thuis, op scholen, in bedrijven en tal van andere maatschappelijke organisaties.
Bibliotheken zetten daarom in op samen leren, ontwikkelen, ondernemen en transformeren.
Je zou kunnen denken, dat met alle nieuwe technologische ontwikkelingen de bibliotheken op sterven na dood zijn, maar niks is minder waar. Ze hebben tijdig nagedacht hoe ze hun model kunnen aanpassen zodat ze ook in de toekomst kunnen blijven boeien. Daar kunnen veel bedrijven nog van leren.

1. Van transactie maar relatie
De openbare bibliotheken zijn met ongeveer 4 miljoen leden één van de grootste maatschappelijke en culturele ondernemingen in Nederland.
Zij beschikt over diverse instrumenten om te weten wat de klant wil. Zo is er het landelijk datawarehouse dat data uit de lokale CRM systemen ontvangt en zo gezamenlijk marktonderzoek mogelijk maakt. Centrale en lokale data-analyses zullen steeds meer inzicht gaan geven in het gedrag van de klant, communities en klantsegmenten. Dit biedt veel mogelijkheden om steeds beter te voorzien in behoeftes. Hiermee kan de bibliotheek advies en aanbevelingen op maat gaan geven. Ze bieden in de toekomst waardevolle content, diensten en faciliteiten zowel offline op locatie als online. Bibliotheken zullen zo steeds meer vanuit de relatie in plaats van de transactie gaan opereren. Deze relatie zal zich ontwikkelen naar een situatie waarbij de klant meer en directe invloed (co-creatie) heeft. Hierbij kun je denken aan zaken als de collectie, presentatie, programmering en openstelling. Daarnaast zal zij haar infrastructuur en expertise steeds meer inzetten om ook zakelijke dienstverlening te ontwikkelen die aansluit op de behoeften van bedrijven en organisaties.

2. Content-curator binnen de kenniseconomie
Er is steeds meer content, die via diverse informatiedragers ‘anytime – anywhere’ beschikbaar komt.
Daarnaast wordt de behoefte aan een partij die deze informatie ontsluit, duidt (context geeft) en aangeeft wat voor de klant relevant is, steeds groter. Daarmee ontwikkelt de bibliotheek zich van ‘gebouw met een fysieke collectie’ naar een ‘lokaal informatiepunt dat gidst naar fysiek en digitale informatie en media’. Ze is daarmee een fysiek en digitaal informatieknooppunt dat van waarde is voor het individu en samenleving (noemt men ook wel een Urban Media Space). Door persoonlijke ontwikkeling te stimuleren en te faciliteren, levert zij daarmee een cruciale bijdrage aan de kenniseconomie.
Online- en offlineaanbod zal daarbij complementair en nauw op elkaar afgestemd zijn, zodat zij aan kracht wint.

3. Cultuurhuis en Maker Space
De bibliotheek gaat steeds vaker nieuwe verbindingen aan met andere culturele organisaties. Zo ontstaan Cultuurhuizen, met een mix van informatie, cultuur, ontmoeting, werkplekken, studieplekken en ruimte voor debat. Deze kruisbestuiving leidt tot meer dynamiek, meer inspiratie, nieuwe inzichten en innovatie.
In feite is er sprake van een soort ‘back to the future’, waarbij elementen die ooit in de antieke bibliotheek van Alexandrië (zie foto) succesvol waren, herleven.
Tevens experimenteren bibliotheken actief met nieuwe locaties als scholen, ziekenhuizen, stations en luchthaven. De ‘embedded libraries’: een fysieke vestiging in een school of supermarkt.
Daarmee zien we dat het ook offline steeds belangrijker wordt om op diverse ‘platforms’ aanwezig te zijn; satelliet vestigingen.
De bibliotheek wordt zo een lerende organisatie in lerende netwerken, het zogenaamde ‘social learning’.
Een ander impuls voor vernieuwing zijn de experimenten met ‘Fablabs’ ook wel ‘Maker Spaces’ of ‘Fabricage Laboratoria’ genoemd. Hiermee speelt men in op het nieuwe motto: Leren door te maken. In deze ruimtes krijg je de beschikking over de nieuwste 3d printers, laser cutters, audio visuele apparatuur en soms zelfs robotica. Hiermee kan je door de verbinding te leggen tussen creativiteit en technologie een aantal van de zogenaamde 21st century skills leren.

Niet langer staat de stilte ‘psst’ centraal, maar de nieuwsgierigheid, ‘psst’!
Zo ontstaat een ervaring die inspirerend en spannend is!